Stookolietank keuring

Voor een veilig gebruik van elke stookolietank

Kiest u voor de verwarming van uw woning of gebouw voor een stookolietank? Weet dan dat er enkele belangrijke verplichtingen gepaard gaan met het onderhoud van de tank. Met een deskundige keuring van een stookolietank wil de overheid de kans op grondwater- en bodemverontreiniging dan ook beperken. U kunt stookolie overigens ook kennen onder de naam gasolie, mazout of huisbrandolie.

 

Waar en wanneer is een keuring nodig?

  • Controle vóór de stookolietank in gebruik genomen wordt. Elke tank voor stookolie moet na de plaatsing, maar vóór de ingebruikname gecontroleerd worden. Als er in de tank 5.000 kilogram (of meer) stookolie kan, moet u dit ook melden bij het gemeentebestuur. In bepaalde gevallen is ook een omgevingsvergunning verplicht.
  • Controle als de mazouttank al in gebruik is. Ook na ingebruikname moet u uw stookolietank regelmatig laten controleren. Hoe vaak dat moet, hangt af van het volume van de tank, de plaatsing ervan (ondergronds of bovengronds) en de ligging (binnen of buiten de waterwingebieden en beschermingszones). Voor de precieze wetgeving rond uw tank kan u uiteraard steeds contact opnemen met Keuringsfirma.

 

Groene, oranje of rode score voor uw tank

Een stookolietank moet gecontroleerd worden door een erkende technicus stookolietanks of erkende milieudeskundige in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen. Het spreekt voor zich dat u hiervoor goed zit bij Keuringsfirma. 

Bij iedere controle of onderzoek stelt de deskundige een certificaat op voor de eigenaar of exploitant. Daaruit moet ondubbelzinnig blijken dat de tank al dan niet voldoet aan de wettelijke bepalingen. Na de controle krijgt uw installatie een groene, oranje of rode dop of merkplaat.

 

  • Een groene dop of merkplaat betekent dat de tank voldoet aan alle wettelijke bepalingen en gewoon verder mag worden gebruikt. Extra actie is in dit geval niet nodig.
  • Een oranje dop of merkplaat betekent dat de tank niet langer voldoet aan de wettelijke bepalingen, maar dat de vastgestelde gebreken geen aanleiding kunnen geven tot verontreiniging buiten de tank. De tank mag voorlopig nog worden gevuld of bijgevuld tijdens een overgangsperiode van maximaal zes maanden. De eigenaar of exploitant moet alle nodige maatregelen nemen om de tank opnieuw in goede staat te brengen. Voor de zes maanden verstreken zijn, is een nieuwe officiële keuring verplicht. 
  • Een rode dop of merkplaat betekent dat de opslaginstallatie niet langer voldoet aan de wettelijke bepalingen. In zo’n geval is het verboden de opslagtank te vullen of te laten vullen. De eigenaar of exploitant moet bijgevolg alle nodige maatregelen nemen om de opslaginstallatie opnieuw in goede staat te brengen. Daarna moet een officiële deskundige opnieuw de opslaginstallatie controleren. Bovendien moet de eigenaar, exploitant of eventueel de deskundige binnen de 14 dagen melden dat er een rode dop of merkplaat werd toegekend. Deze melding gebeurt bij de afdeling Operationeel Waterbeheer van de Vlaamse Milieumaatschappij.
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Heb je een vraag of wil je meer informatie?

We denken er graag samen over na – Contacteer ons voor een gesprek